De schildering toont een expressieve boom met een donkere stam en takken, in een gele achtergrond. De textuur van de boom is ruw en gelaagd, en dynamisch weergegeven door abstract penseelstreken en door het gebruik van aarde van het Westerkwartier en acrylverfverf.
Verspreid door de compositie zijn verschillende kleurvlakken in blauw, groen, oranje, wit en grijs. Deze vlakken zijn organisch in de compositie geïntegreerd. Het zijn de gemeentegrenzen van Het Westerkwartier en Noorderveld. Rechtsonder een collagetechniek, hoe beide gemeenten tov elkaar liggen nu. Dit geeft een materiële interactie tussen de vlakken (lees gemeenten) weer.
De combinatie van gemeentegrenzen met de boomgrenzen lijkt een dialoog te creëren tussen de natuurlijke wereld en menselijke indelingen. De boom, met zijn organische en grillige vormen, contrasteert met de meer afgebakende, administratieve grenzen van gemeenten.
Het idee dat een expositie van de ene gemeente naar de andere “oversteekt” is visueel verbeeldt door een boom en gemeentegrenzen, maakt het werk gelaagd en betekenisvol. De boom, die van nature geen grenzen kent, symboliseert verbinding, groei en uitwisseling—als metafoor voor hoe kunstgemeenschappen kunnen overstijgen en verbinden.
Boekbinderslinnen. 58×79 cm. Aquarelverf. Acrylverf. Aarde. Papier. Pastelkrijt. Marum. 2025